10 fabels en feiten over bedwantsen
Bedwantsen zijn kleine, hardnekkige beestjes die steeds vaker voorkomen in woningen, hotels en vakantieaccommodaties. Toch bestaan er nog veel misverstanden over deze bloedzuigende insecten. Wist je bijvoorbeeld dat ze niet vliegen, maar zich wel razendsnel kunnen verspreiden via koffers en meubels? In dit artikel lees je de meest voorkomende fabels én feiten over bedwantsen, zodat je precies weet wat waar is en hoe je een plaag kunt herkennen.
Fabel 1: Bedwantsen kunnen springen of vliegen
Dat lijkt misschien zo, maar bedwantsen hebben geen vleugels en kunnen dus niet vliegen of springen. Ze bewegen zich traag voort op zes pootjes en klimmen vooral ’s nachts uit hun schuilplaatsen om bloed te zuigen. Omdat ze plat zijn, kruipen ze moeiteloos in kieren van meubels, naden van matrassen en zelfs stopcontacten. Zie je ze over de muur bewegen? Dan gaat het dus niet om springende vlooien, maar om kruipende bedwantsen.
Fabel 2: Bedwantsen zijn te klein om te zien
Volwassen bedwantsen zijn goed zichtbaar. Ze zijn ongeveer 5 tot 8 millimeter lang, ovaal en roodbruin van kleur. Na het zuigen van bloed zwelt hun lijf op en krijgt het een donkerrode tint. De jonge nimfen zijn lichter, bijna doorzichtig, en de eitjes zijn piepklein en wit. Met een zaklamp kun je ze goed vinden in naden van matrassen, achter plinten en in houten bedframes.
Fabel 3: Bedwantsen verspreiden ziektes
Een geruststelling: bedwantsen zijn hinderlijk, maar niet gevaarlijk. Er is nog nooit aangetoond dat ze ziektes overbrengen op mensen. De beten veroorzaken vooral jeuk, bultjes en soms een allergische reactie op het speeksel dat ze injecteren tijdens het bijten. Krab je de bultjes open, dan kan de huid wel gaan ontsteken. Behandel beten daarom met een milde zalf en houd de huid schoon.
Fabel 4: Bedwantsen zitten alleen in vieze huizen of goedkope hotels
Bedwantsen trekken zich niets aan van schoon of vies. Ze komen voor in luxe hotels, nette woningen en moderne appartementen. Wat ze wél zoeken is een veilige, warme plek dicht bij hun voedselbron: mensen. Ze liften mee in koffers, kleding of tweedehands meubels. Daarom krijgen zelfs de schoonste huishoudens ermee te maken.
Fabel 5: Bedwantsen blijven in één kamer
Dat klopt helaas niet. Wanneer de plaag groter wordt, verplaatsen bedwantsen zich naar andere ruimtes op zoek naar nieuwe schuilplekken. Ze kruipen door scheurtjes in muren, achter plinten en via leidingen. Soms duiken ze op in de woonkamer, gang of zelfs auto. Wie denkt “ze zitten alleen in de slaapkamer”, onderschat vaak hoe snel ze zich kunnen verspreiden.
Fabel 6: Je merkt het meteen als je bedwantsen hebt
Bedwantsen zijn nachtdieren en houden zich overdag schuil. Daardoor blijven ze vaak weken of zelfs maanden onopgemerkt. Je merkt het meestal pas door kleine bloedvlekjes op lakens, donkere stipjes (uitwerpselen) of bultjes op je huid. Die bultjes zitten vaak in een rij of groepje bij elkaar. Denk je dat het muggen zijn, maar verschijnen ze elke nacht opnieuw? Dan is het verstandig om verder te onderzoeken of bedwantsen de oorzaak zijn.
Fabel 7: Een bedwantsenplaag gaat vanzelf over
Nee, bedwantsen verdwijnen niet vanzelf. Ze kunnen maanden overleven zonder bloed en planten zich razendsnel voort. Eén vrouwtje legt honderden eitjes, die na enkele dagen uitkomen. Zonder bestrijding groeit de populatie exponentieel en verspreiden de beestjes zich naar meerdere kamers. Wachten betekent dus meer overlast en hogere kosten voor bestrijding.
Fabel 8: Alleen insecticiden helpen tegen bedwantsen
Veel mensen grijpen naar sprays, maar dat lost het probleem zelden op. De meeste middelen doden alleen volwassen bedwantsen, niet de eitjes. Bovendien verstoppen de overlevenden zich en keren ze later gewoon terug. Professionele bestrijders gebruiken vaak een combinatie van technieken, zoals hittebehandeling, stoom en specifieke middelen die ook eitjes vernietigen. Alleen zo ben je echt van het probleem af.
Fabel 9: Bedwantsen bijten alleen mensen
Mensen zijn hun favoriete prooi, maar als er niemand in de buurt is, bijten bedwantsen ook huisdieren. Honden en katten kunnen kleine rode plekjes krijgen op onbehaarde plekken van hun lichaam. Omdat bedwantsen vooral ’s nachts actief zijn, merken huisdierenbezitters de beten vaak pas later op. De bron is dan lastig te vinden, en dat maakt professionele inspectie extra belangrijk.
Fabel 10: Je neemt bedwantsen niet snel mee naar huis
Dat is helaas wel het geval. Bedwantsen reizen makkelijk mee in koffers, tassen of kleding. Vooral na hotelovernachtingen of tweedehands aankopen is het slim om waakzaam te zijn. Controleer je bagage voordat je thuiskomt, was kleding op minstens 60 graden en berg koffers niet meteen in de slaapkamer op. Zo verklein je de kans dat ze zich in je huis vestigen.
Wanneer schakel je een professional in?
Zelf aan de slag gaan is begrijpelijk, maar bedwantsen zijn taaie insecten. Ze verstoppen zich diep en overleven vaak amateurpogingen. Een gecertificeerde bestrijder weet precies waar hij moet zoeken, werkt met veilige middelen en voorkomt herbesmetting. Zo kun jij weer slapen zonder zorgen over bedwantsen.