Tapijtkevers: hoe kom je van ze af?

Een paar kleine kevertjes lijken onschuldig, maar tapijtkevers kunnen binnen korte tijd grote schade aanrichten. Niet alleen musea vrezen deze plaaggeesten: ook in woningen en bedrijven weten tapijtkevers en hun vraatzuchtige larven hun weg te vinden. Van wollen truien tot antieke vloerkleden — niets is veilig.
In dit blog lees je hoe je tapijtkevers herkent, welke schade ze veroorzaken en vooral: hoe je ze effectief bestrijdt en voorkomt.
Wat tapijtkevers precies zijn
De tapijtkever is een kleine, bruine kever die zijn naam dankt aan zijn voorkeur voor dierlijke materialen zoals wol, bont, veren en zijde. In de natuur fungeren tapijtkevers als opruimers van kadavers en oude nesten. Volwassen kevers leven van stuifmeel en nectar, maar hun larven hebben dierlijk materiaal nodig om te groeien. Daarom leggen vrouwtjes hun eitjes altijd in de buurt van geschikte voedselbronnen — en dus soms ook in jouw huis.
Zo herken je tapijtkevers en hun larven
In Europa kom je vooral twee soorten tegen: de gewone tapijtkever en de Australische tapijtkever. Hoewel ze iets verschillen in kleur en patroon, richten ze dezelfde schade aan.
|
Gewone tapijtkever |
3,5 mm lang, zwart lijf met zwarte en oranje vlekken en drie witte strepen.
|
Australische tapijtkever |
Even groot, maar met een zwart en donkerbruin lichaam met een herkenbaar zigzagpatroon.
De larven zijn nog verraderlijker. Ze zijn 4 tot 5 mm lang, bruin gestreept en bedekt met haartjes. Worden ze aangeraakt, dan rollen ze zich op tot een bolletje — een verdedigingsmechanisme.
Tip: Zie je onverklaarbare stofbolletjes of kleine harige 'wormpjes' bij plinten of onder meubels? Dat kan duiden op larvenhuidjes, een teken dat tapijtkeverlarven verveld hebben.
De schade die tapijtkevers aanrichten
De grootste boosdoeners zijn de larven, niet de volwassen kevers. Zij knagen zich een weg door:
-
Wollen kledingstukken
-
Tapijten en vloerbedekking
-
Opgezette dieren
-
Huiden, bont en zelfs dode insecten in huizen en musea
Let op! De larven verstoppen zich graag in donkere, rustige plekken, onder tapijten, in kastplinten of onder banken, waardoor ze vaak pas laat ontdekt worden.
Gezondheidsrisico's van tapijtkevers
Tapijtkevers bijten niet en brengen geen ziektes over. Toch kunnen hun larvenharen allergische reacties veroorzaken. Mensen met een gevoelige huid kunnen last krijgen van jeuk, uitslag of zelfs blaren na contact met vervellingshuidjes.
Extra advies: Heb je (kleine) kinderen die vaak op de vloer spelen? Let dan extra op en stofzuig intensief rondom speelplekken.
Hoe tapijtkevers jouw huis binnendringen
Er zijn verschillende manieren waarop tapijtkevers binnenkomen:
|
Via vogelnesten |
Ze voeden zich met veren en etensresten in verlaten nesten en trekken vanuit daar woningen binnen via kieren en naden.
|
Via open ramen en deuren |
Tapijtkevers kunnen in de lente en zomer naar binnen vliegen.
|
Met besmette spullen |
Tweedehands kleding, tapijten of meubelstukken kunnen larven of eitjes bevatten.
Zelfs de schoonste huizen zijn niet veilig: de kevers zoeken vooral naar geschikte materialen, niet naar vuil.
De ontwikkeling van tapijtkevers
De ontwikkeling van tapijtkevers hangt sterk samen met de temperatuur in en rond je woning. In het voorjaar en de zomer leggen volwassen kevers hun eitjes op plekken waar voldoende voedsel voor de larven te vinden is. Na het uitkomen groeien de larven langzaam en brengen ze de wintermaanden slapend door. Wordt het binnen erg warm — bijvoorbeeld door vloerverwarming — dan gaat alles ineens sneller: larven ontwikkelen zich sneller en het is zelfs mogelijk dat er meerdere generaties tapijtkevers in één jaar ontstaan. Daardoor kan een kleine plaag ongemerkt uitgroeien tot een hardnekkig probleem.
Let op: juist die verhoogde binnentemperaturen maken moderne woningen aantrekkelijk voor tapijtkevers. Extra waakzaamheid is dus geboden in goed geïsoleerde huizen.
Effectieve manieren om tapijtkevers zelf te bestrijden
Een plaag zelf aanpakken kan, maar vraagt om een grondige aanpak. Begin met het wassen van alle aangetaste kledingstukken op minimaal 60 graden: de hitte doodt zowel larven als eitjes. Voor kwetsbare stoffen die niet heet gewassen mogen worden, biedt invriezen uitkomst. Plaats deze items minstens 72 uur in een vriezer op -20°C om de beestjes te doden.
Regelmatig stofzuigen is eveneens essentieel, zeker onder meubels, langs plinten en in donkere hoekjes waar larven zich graag verschuilen. Ook het opruimen van dode insecten, muizen en andere voedselbronnen is belangrijk om nieuwe besmettingen te voorkomen. Heb je een wollen vloerkleed of kleding die moeilijk schoon te maken is? Hang deze dan bij zonnig, droog weer buiten: direct zonlicht en warmte zijn dodelijk voor tapijtkeverlarven.
Een minder bekende, maar effectieve aanvulling is het gebruik van diatomeeënaarde. Strooi een dunne laag van dit natuurlijke poeder langs plinten, tapijtranden en andere schuilplaatsen. De microscopisch kleine, scherpe deeltjes beschadigen het pantser van larven, waardoor ze uitdrogen en sterven.
Tapijtkevers buiten de deur houden
Voorkomen dat tapijtkevers zich opnieuw nestelen, vraagt om een combinatie van waakzaamheid en slimme maatregelen. Zorg ervoor dat je geen nieuwe vogelnesten rond je woning laat ontstaan. Denk ook aan het verwijderen van oude nesten en kadavers in spouwmuren, daken of schuren.
Verder is het belangrijk om naden en kieren goed af te dichten. Hierdoor verklein je de kans dat kevers en larven hun weg naar binnen vinden. Controleer bovendien tweedehands textiel of meubels altijd grondig op sporen van tapijtkevers voordat je ze het huis in haalt.
Extra tip: Installeer horren voor ramen en ventilatieroosters, vooral in de lente en zomer. Zo voorkom je dat rondvliegende kevers hun weg naar binnen vinden wanneer je lekker wilt luchten.
Wanneer het inschakelen van een professional verstandig is
Blijven de tapijtkevers terugkomen, ondanks al je inspanningen? Dan is het tijd om een professionele ongediertebestrijder in te schakelen. Zo'n specialist gaat systematisch te werk: eerst achterhaalt hij waar de kevers vandaan komen, bijvoorbeeld via oude vogelnesten of dode dieren. Daarna volgt een grondige inspectie van het huis om alle besmettingshaarden op te sporen.
Met speciaal ontwikkelde insecticiden behandelt hij vloerkleden, naden, kieren en andere schuilplaatsen. Tijdens de behandeling moet je de ruimte enkele uren verlaten en daarna goed ventileren. In hardnekkige gevallen kan een tweede behandeling nodig zijn. Meubels, kleding en beddengoed worden niet gespoten, maar moeten apart behandeld worden door wassen, invriezen of blootstelling aan zonlicht.