Alles over rode mieren

Rode mieren zie je vaak over de grond schieten – in bossen, tuinen en soms zelfs je keuken. Maar achter die kleine lijfjes schuilt een complexe wereld vol verrassende strategieën, hiërarchieën en verdedigingsmethodes. In dit blog duiken we in het leven van rode mieren en ontdek je feiten die je waarschijnlijk nog niet wist.
Welke rode mierensoorten leven in Nederland?
In Nederland komen vier soorten rode bosmieren voor: de stronkmier, de behaarde bosmier, de kale bosmier en de zwartrugbosmier. Ze bouwen opvallende, bovengrondse nesten van naalden, takjes en aarde. Daarnaast zijn er twee andere soorten die vaker in tuinen of graslanden voorkomen:
|
De bossteekmier |
De bosstreekmier komt, zoals de naam al zegt, veel voor in bossen, heide en parken en kan steken met een angel.
|
De gewone steekmier |
De gewone steekmier leeft in vochtige graslanden en heeft een agressieve verdedigingstechniek.
Let op: vuurmieren (ook wel brandmieren genoemd) komen níet voor in de Nederlandse natuur. Ze kunnen via import incidenteel opduiken, maar hebben zich hier nog nooit gevestigd.
Zo herken je een rode mier
Rode mieren verschillen per soort in kleur en grootte. Over het algemeen zijn ze roodbruin tot donkerbruin, met een duidelijk gesegmenteerd lijf: kop, borststuk, achterlijf. Sommige soorten hebben een angel (zoals de steekmieren), andere hebben krachtige kaken en spuiten mierenzuur. Koninginnen en mannetjes hebben vleugels, maar die zie je alleen tijdens de korte paartijd.
Waarom bijten of steken rode mieren?
Bij verstoring reageren rode mieren razendsnel. Ze bijten of steken niet zomaar: het is een verdedigingsmechanisme. Steekmieren gebruiken een angel en spuiten gif in; bosmieren bijten en verspreiden tegelijkertijd mierenzuur. Voor de meeste mensen levert dat hooguit wat jeuk of een bult op, maar bij insectengifallergie kunnen de reacties heftiger zijn.
Wist je dat…?
-
Een rode steekmierkolonie kan uit 600 koninginnen en meer dan 20.000 werksters bestaan.
-
Mieren ruimen dode dieren op en beperken plagen van schadelijke insecten.
-
Rode mieren 'melken' bladluizen voor zoetigheid (honingdauw) en houden ze zelfs als vee.
-
Mieren bouwen gigantische netwerken met meerdere nesten die ondergronds met elkaar verbonden zijn.
Zo leven en bouwen rode mieren
Een mierennest begint met één koningin. Zij graaft zich in, legt eitjes en wacht tot de eerste werksters uitkomen. Die nemen het werk over: ze zorgen voor het broedsel, bouwen het nest uit en gaan op zoek naar voedsel. Een nest kan uitgroeien tot een indrukwekkende structuur met tienduizenden mieren. Bij warm weer groeit een kolonie extra snel.
De kracht van samenwerking
Mieren werken samen via geursporen (feromonen). Een verkenner vindt voedsel, laat een geurspoor achter, en de rest volgt. Hoe vaker een pad bewandeld wordt, hoe sterker het spoor. Dat verklaart ook waarom mieren massaal op een suikerpot afkomen – en hoe je ze op het verkeerde been zet door oppervlakken grondig schoon te maken.
De rol van rode mieren in de natuur
Rode mieren zijn cruciale opruimers. Ze eten schadelijke insecten, vangen dode beestjes weg en zorgen voor balans in ecosystemen. Tegelijkertijd dienen ze zelf als voedsel voor andere dieren zoals spechten, kikkers en kevers. Ze zijn dus een belangrijke schakel in de voedselketen.
Rode mieren en hun natuurlijke vijanden
Naast vogels en insecten zijn de grootste vijanden van mieren vaak andere mieren. Kolonies kunnen elkaar aanvallen, waarbij de verliezers soms als ‘slaven’ eindigen in het winnende nest. Ook mensen vormen een bedreiging, vooral als nesten in tuinen of terrassen worden verwijderd.
Mag je rode mieren bestrijden?
Niet zomaar. Rode bosmieren zijn (gedeeltelijk) beschermd en mogen niet zonder reden worden bestreden. Ze zijn belangrijk voor het ecosysteem. Bij overlast van steekmieren in tuinen kun je wél ingrijpen, maar laat dit bij voorkeur doen door een professionele ongediertebestrijder bij jou uit de buurt. Zelf gif strooien heeft vaak ongewenste neveneffecten – zoals schade aan bijen en andere nuttige insecten.